Energietransitie: daar zit geen aan/uit knop op

Er wordt nu al jaren gesproken over de energietransitie. Wat zoveel betekent als overschakeling van niet duurzame energiebronnen (fossiele brandstoffen) naar hernieuwbare, dan wel alternatieve, dan wel duurzame energiebronnen. Hiermee wordt bedoeld: wind, zon, geothermie, getijdenkracht, waterkracht et cetera. Alles wat de natuur ons biedt, maar niet opgestookt wordt. Voor de mobiliteit gooit waterstof hierbij de hoogste ogen: liefst opgewekt met het elektriciteitsoverschot vanuit schone bron.

Er zijn meerdere redenen om over te stappen op hernieuwbare energie: ten eerste de fossiele brandstoffen raken op enig moment op (zijn in ieder geval steeds lastiger te delven), worden vaak gewonnen in politiek onstabiele gebieden of door regimes waar je niet afhankelijk van wilt zijn, en vooral veroorzaken ze uitstoot en andere milieuproblemen bij winning.

Tot zover allemaal een logisch verhaal. Het woord transitie is een ander woord voor geleidelijke overgang, oftewel geleidelijk fossiele brandstoffen vervangen door duurzame alternatieven. Dit heeft tijd nodig. Tijd om nieuwe technieken te ontwikkelen en te verbeteren, tijd voor mensen om te wennen aan een andere wijze van energievoorziening.

Daarbij zijn er belangengroepen (NGO in vakjargon) die voor mobiliteit één stip op de horizon hebben: de elektrische stekkerauto. Dat kan en mag natuurlijk, we leven in een vrij land tenslotte. Wat bij mij echter schuurt, is dat mensen/organisaties die voor de elektrische auto pleiten (ik schreef bijna preken, semi per ongeluk) denken, dat dit van het ene op het andere moment zal gaan. Dus: op 31 december 2029 hebben we in Nederland nog vier miljoen auto’s die op fossiele brandstof rijden, op Nieuwjaar zijn deze plotsklaps gemuteerd tot stekkerauto’s. Een stoplichtgedachte: een overgang van het ene op het andere moment. Onlogisch en vooral onhaalbaar. Hier wordt te sterk in middelen gedacht en niet in doelstellingen. De doelstelling is om de uitstoot van wegverkeer en andere energiebronnen omlaag te brengen en te vervangen door hernieuwbare alternatieven. Daarvoor is enkel een elektrische stekkerauto niet de alleshelende oplossing.

Een elektrische auto rijdt exact even prima op een brandstofcel die wordt gevoed door waterstof, want stroom is stroom. En het scheelt een bult oplaadtijd. Wat bijna even ergerlijk is, is het feit dat eerder genoemde NGO’s voor dit ene pad lijken te kiezen en andere alternatieven wegzetten als onvoldoende of zelfs schadelijk. Zo worden de duurzaamheidsaspecten van de elektrische auto als niet terzake doend afgewenteld (google voor de aardigheid even op kobaltproductie, een belangrijke component van batterijen). Ook wordt er enkel van tank tot wiel gekeken, in plaats van bron tot wiel. Hierdoor gaat een vergelijking met bijvoorbeeld duurzame biobrandstoffen (of andere alternatieven) bij voorbaat al mank. Beoordeling en vergelijking op basis van CO2 prestatie gedurende de totale levensduur inclusief productie van het voertuig, zou al een betere vergelijking zijn.

We zijn het er over eens, dat niemand palmolie in zijn tank wil, maar daarbuiten zijn er vele duurzame biocomponenten. Sterker nog; door de bijmenging in het wegverkeer is biobrandstof momenteel de grootste verduurzamer. Toch niet goed menen sommigen. Want dit verlengt de levensduur van fossiele brandstoffen, is hun conclusie. Dat je het ene kunt doen, en het ander niet hoeft te laten, dat gaat er niet in. Nu zijn de belangengroepen gewend om hoog van de daken te schreeuwen, soms zelfs letterlijk. Hoog tijd dat de bedrijven en belangengroepen die wel de innovaties en verduurzaming meteen willen invoeren (ook al is het tijdelijk, gedurende de transitie) ook harder op de trom gaan slaan.
De tijd van beleefd luisteren en argumenteren is voorbij. 

Dat er in de brandstofhandel volop innovatie plaatsvindt, ziet u overigens ook terug in dit nummer van NOVE Visie. Drie leden werken op dit moment aan de levering van waterstof voor de mobiliteit. Op drie manieren en voor drie verschillende mobiliteitssegmenten: voor het OV uit de pomp, voor intern transport uit flessen - gewoon op locatie zelf bijtanken - en langs de snelwegen voor bijna alles op vier of meer wielen.
 

Erik de Vries 

Directeur NOVE

NOVE Visie 2017-04

      Inloggen

      NOVE nieuws

      Origineel

      Tablet portrait

      Mobile portrait

      Mobile landscape