Vragen over wet- en regelgeving, nieuwe brandstofalternatieven, ondernemen enzovoorts; u kunt ermee terecht bij het secretariaat van NOVE. In deze rubriek behandelen we een vraag van een van de NOVE-leden, zodat ook u van het antwoord kunt leren!
Een van onze leden vroeg ons waar een propaangasinstallatie aan moet voldoen. Dat is bijvoorbeeld van belang in de energietransitie bij het vervangen van Groningsaardgas door (CO2-gecompenseerd) propaan. Deze vraag hebben we voorgelegd aan Norbert Romijn (Rijngas) en Johan Haarbosch (OK Gas). Zij vertegenwoordigen in de PGS19-commissie onder meer de NOVE.
Volgens het activiteitenbesluit gaat het om opslag bij:
• een tank van maximaal 13 m3;
• maximaal twee tanks;
• propaan dat alleen als gas wordt onttrokken.
VEILIGHEIDSAFSTANDEN
Het eerdergenoemde besluit geeft in onderstaande tabel de ‘veiligheidsafstanden’ weer, ten aanzien van externe objecten:
• een opslagtank met propaan;
• het vulpunt van een opslagtank met propaan;
• de opstelplaats van de tankwagen.
VEILIGHEIDSAFSTANDEN*
Inhoud tank
|
Bevoorrading
≤ 5 x/jaar
|
Bevoorrading > 5 x/jaar
|
Gebouw voor minderjarigen, ouderen, zieken of grote aantallen
|
≤ 5 m3
|
10 meter
|
20 meter
|
25 meter
|
> 5 m3 - ≤ 13 m3
|
15 meter
|
25 meter
|
50 meter
|
*Als bij het (beperkt) kwetsbare objest zelf een propaantank aanwezig is, is de afstand minimaal de helft van de afstand in de tabel.
VERANTWOORDELIJKHEDEN
Wie verantwoordelijk is voor een bepaald onderdeel van de propaangasinstallatie hangt af van de configuratie en de commerciële afspraken. In onderstaand overzicht gaan we uit van de meest voorkomende situaties. De installatie bestaat uit een hoge-, middenen lagedrukdeel. Per onderdeel is aangegeven:
• om welk deel van de installatie het gaat;
• wie ‘in de regel eigenaar’ is van dat installatiedeel;
• op welke manier dit deel onderhouden en gekeurd moet worden;
• voor wiens rekening en verantwoording deze werkzaamheden zijn.
Hogedrukinstallatie
Installatiedeel
Dit deel betreft de propaantank(s) tot en met de afnamekranen boven op de tank(s). Hierin bevindt zich voornamelijk vloeibaar propaan onder een druk van circa 5 bar. Daarom geldt hiervoor de Warenwetbesluit drukapparatuur (WBDA) met als bevoegd gezag i-SZW (Arbeidsinspectie). (Aanvullende) bepalingen zijn in de WBDA opgenomen ter voorkoming en beperking van risico's voor de omgeving.
De Keuring Voor Ingebruikneming (KVI) geldt voor de opslagtank, installatieleidingen en de bijbehorende (veiligheids-)appendages die onder druk staan. Een KVI wordt uitgevoerd door een aangewezen keuringsinstelling (AKI). Bij goedkeuring wordt een ‘Verklaring van ingebruikneming’ afgegeven. Een vrijstelling voor deze KVI geldt voor kleine stationaire opslagtanks (< 5 m3) en opslagtanks op bouwplaatsen (< 8 m3), mits propaan uitsluitend in de gasfase wordt onttrokken. De verplichting om de ingebruikneming vakkundig en verantwoord uit te voeren geldt wel vanuit de WBDA (algemene zorgplicht).
Eigenaar
Dit deel van de installatie is meestal eigendom van de gasleverancier.
Onderhoud
Onderhoud en keuring gebeurt conform NPR 2578. Alle opslagtanks zijn onderworpen aan het regime voor herkeuring, uiterlijk zes jaar nadat de laatste keuring heeft plaatsgevonden. De termijn voor het uitvoeren van het inwendig onderzoek kan worden verlengd tot maximaal twaalf jaar indien een NPR 2578-onderhoudsschema wordt gevolgd.
Verantwoordelijke
Onderhoud, herbeoordeling en ingebruiknamekeuring is voor rekening van de eigenaar/gebruiker, die hier wettelijk verantwoordelijk voor is. Op het laatste keuringsdocument staat het jaar van herbeoordeling vermeld. Middels separate afspraken regelt vaak de gasleverancier de uitvoering. De ingebruiknamekeuring voor KVI-vrijgestelde tanks kan worden uitgevoerd door een geaccepteerd installateur. Voor alle andere tanks moet dit door een AKI worden uitgevoerd.
Middendrukinstallatie
Installatiedeel
Dit deel betreft hoofdzakelijk de ondergrondse gasleiding vanaf de eerste trapsregelaar (afnamekranen op de tank) tot aan de tweede trapsregelaar (tegen de buitengevel, meterkast of in de centrale gaskast). In de leiding/het netwerk bevindt zich propaangas in dampvorm onder druk (circa 2 bar). Voor het installeren geldt de NEN-EN 1775 (gasleidingen < 5 bar).
Eigenaar
Meestal de eigenaar van het perceel of de drijver van de inrichting.
Onderhoud
Onderhoud en keuring gebeurt conform NPR 2578, bij voorkeur door een geaccepteerd installateur. Keuring iedere drie jaar (met de gaslekdetectiemethode) of iedere zes jaar (bij afpersen).
Verantwoordelijke
Onderhoud, keuring en het tijdig uitvoeren is voor verantwoordelijkheid en rekening van de perceeleigenaar of de drijver van de inrichting.
Lagedrukinstallatie
Installatiedeel
In dit deel van de installatie bevindt zich propaangas in dampvorm onder een lage druk van circa 30 tot 50 millibar. Het betreft het leidingwerk (binnen en buiten) vanaf de gecombineerde eerste/tweede trapsregelaar (op de propaangastank) of de tweede trapsregelaar (tegen de buitengevel, meterkast of in de gaskast) inclusief de gasmeter en alle daarop aangesloten verbruikstoestellen (CV-ketels, fornuizen etc.). Voor het installeren gelden de NEN 1078 (gasinstallaties met een werkdruk < 500 mbar) of NEN 15001 (gasinstallatieleidingen > 0,5 bar);
Eigenaar
Meestal de eigenaar van het gebouw of de drijver van de inrichting.
Onderhoud
Voor dit deel van de installatie geldt geen wettelijk onderhouds- of keuringsregime. De verzekeringspolis en garantiebepalingen noemen wel vaak jaarlijks of tweejaarlijks onderhoud (conform NEN 1078).
Verantwoordelijke
Onderhoud, keuring en het tijdig uitvoeren is voor de verantwoordelijkheid en rekening van de eigenaar van het gebouw of de drijver van de inrichting. In geval van een wettelijke plicht of vergunningsplicht dan gelden de daarin opgenomen eisen en verantwoordelijkheden.
HEKWERK…
• is verplicht aanwezig rondom propaangastank(s) als het perceel waarop deze staat/staan publiekelijk toegankelijk is;
• is in de regel eigendom van de drijver van de inrichting;
• staat omschreven in de PGS 19 en moet altijd in goede staat verkeren. De drijver van de inrichting is daar in de regel verantwoordelijk voor.
LOGBOEK
De gebruiker van de tanks dient alle documenten (bouw, de intrede en herkeuringen, gebruiksaanwijzingen, onderhoudsbevindingen) ordelijk in een logboek te bewaren. Dit geeft de gehele levensduur inzicht voor een goede bedrijfsvoering. De gasleverancier kan hierin ondersteunen.
inNOVE lezen
NOVE leden kunnen inNOVE magazine ook digitaal lezen op het ledennet. Of klik hier om direct naar inNOVE #3 2019 te gaan.